Verlatingsangst en non-monogamie is echt wel mogelijk, niet anders dan een monogame relatie. De eerste keer dat mijn nestingpartner -een mooi woord voor een partner waarmee je een huishouden, financiën deelt en/of kinderen opvoedt- het onderwerp polyamorie ter sprake bracht, staat me nog helder voor de geest. We zaten op een terras in Amsterdam en ze vertelde me terloops dat ze een artikel gelezen had over polyamorie. Ik probeerde cool te blijven maar faalde en faalde voor ongeveer drie weken. Het idee dat ze behoefte zou hebben aan andere lovers, dat ik niet genoeg was consumeerde mij. Die anderen zouden al snel in de rij staan voor haar en ik zou nooit kunnen concurreren met al die mensen. Voor mij zouden er niet veel interesse hebben. Al snel waren alle identiteitsproblemen pijnlijk duidelijk voelbaar. Mijn verlatingsangst was vol getriggerd en mijn coping mechanische actief. Door haar zwart te maken, het idee te koppelen aan haar stiekeme, ongezonde seksuele verlangens probeerde ik mezelf vrij te pleiten van angst en onzekerheid. Nu zie ik dat het vooral projecties waren van mijn afwijzing van eigen verlangens, naast mijn onzekerheid. Haar coping mechanisme sloeg ook aan, ze duwde haar interesse weg om mij niet te triggeren in mijn angst en vanuit die angst me afsluiten wat mogelijk voor haar verlies van nabijheid zou betekenen. In een latere (engelse) polylog vertel ik over mijn ontdekking van hoe ik haar seksualiteit op een dergelijke manier heb geconfisqueerd en hoe ik dit heb teruggegeven.

Na enkele weken in een soort freeze stand allerlei angsten te hebben proberen te elimineren, kwam er wat ruimte om samen te praten over het openen van de relatie. Dit duurde echter nog lange tijd voor er kleine stapjes gezet werden. Samen op het terras, kijken naar mensen die we aantrekkelijk vonden of fantaseren hoe het zou zijn om samen iemand mee naar huis te nemen. Op deze manier voedden we ons verlangen en tegelijkertijd daagde ik ook mijn angst uit: voel maar eens hoe het idee alleen al emoties oproept. Dit is uitgegroeid tot een lang proces van kleine stapjes, heftige gevoelens, grote fouten (allemaal de mijne), pratenpratenpraten. Ik heb in korte tijd zoveel geleerd over relaties, hechting en vooral mezelf. Mijn angsten onder ogen komen en echt doorvoelen tot in de wortels van de angst. Durven voelen wat ik verlang, door alle schaamte (lees: angst voor afwijzing) heen voelen en dit alles delen met haar en vervolgens ook anderen. Leren dat echte liefde bestaat uit iets ontvangen zonder de mogelijkheid om het (gelijk) terug te betalen. Graag vertel ik in andere blogs en polylogs over deze ontdekkingsreizen maar nu even terug naar het onderwerp. Als er iemand een wandelend voorbeeld is van hechtingsangst, ben ik het. Ja, waarom denk je dat ik relatie- en gezinstherapeut ben geworden? Mijn onbewuste zoektocht naar intimiteit, mijn verlangen naar verbinding en nabijheid heeft zich gevormd in het worden van systeemtherapeut. Hoe mijn hechtingsangst is ontstaan, kan ik wel eens uitwerken in een blog maar voor nu volstaat het kort beschrijven hoe deze zich uit in mijn volwassen relaties. Ik ben constant bang dat de ander mij minder leuk vindt dan ik hen, druk met mezelf presenteren als bovenmatig goed maar bang dat iemand ontdekt dat ik geen idee heb wat ik doe en door de mand ga vallen (imposter syndrom), altijd overtuigd dat de ander me niet aan kan en ik teveel ga zijn. Vanuit deze hechtingsangst, zul je mij zien aanklampen (non-verbaal moet je inbeelden dat ik nu een imaginary boom knuffel) en dat lijkt wat overeen te komen met de term verlatingsangst. De andere beweging die voortvloeit uit hechtingsangst is terugtrekken (nu moet je je voorstellen dat ik als klein jochie probeer te voorkomen dat die verre tante me een knuffel geeft), wat ook wel overeenkomsten vertoond met vermijdende hechtingsangst. Uiteindelijk gaat het om angst, een gevoel dat we kunnen leren doorwerken in plaats van hanteren door te gaan aanklampen of terugtrekken. We kunnen de ander(en) proberen vast te houden of weg te duwen om de angst te reguleren, of we kunnen een nieuwe en meer constructieve manier ontwikkelen om de angst te doorwerken. Wil je weten hoe? Lees dat DIT blog. Als je leert met deze angst om te gaan, hoeft deze niet meer leidend te zijn in je keuzes van relateren (een vakterm dat binnen de poly wereld iets anders inhoud dan daarbuiten, namelijk zoiets als ‘relatie/s aangaan) en kan je meer gaan leven vanuit verlangen. Dit verlangen kan leiden tot allerlei vormen van relateren, monogaam of non-monogaam, maar altijd tot een meer vrije en open manier!